De Zevende Gevel, een blik op duurzame buitenomgevingen

De buitenomgeving zorgt voor een eerste indruk en zegt iets over het karakter van een gebouw. De manier waarop men omgaat met de buitenomgeving is dan ook medebepalend voor de manier waarop mensen naar een gebouw in zijn geheel kijken. Daarnaast kan men bij het aanleggen van een buitenruimte heel wat zichtbare duurzame keuzes maken op vlak van het aanplanten van groen, bestrating, de waterhuishouding, verlichting en straatmeubilair maar ook bij minder tastbare zaken zoals beheer, ontwerp en mobiliteit.

Wanneer het gaat over een duurzame buitenomgeving in een stedelijke context hebben we het niet alleen over het planten van een enkele boom of het aanleggen van een parkeerterrein, maar spreken we over plekken waar mensen samenkomen, waar aan slim waterbeheer wordt gedaan, waar men nadenkt over de impact van de verlichting op de omgeving, waar men nog voor men groen aanlegt dit ook meeneemt in de beheers- en onderhoudsplannen van een gebouw en waar men bewuste keuzes maakt op vlak van bestrating. Een duurzame keuze is er één met respect voor mens, natuur en maatschappij.

We beschrijven de buitenruimte als de zevende gevel, en benadrukken daarmee dat de buitenruimte van een woon- werk- en leefomgeving bijdraagt aan het (duurzame) karakter van een gebouw. Door verschillende partijen zoals de architect, landschapsarchitect, aannemer en ingenieurs samen te laten werken kan de buitenruimte van een woon-, werk- en leefomgeving een echte meerwaarde aan een gebouw toevoegen. Zeker wanneer men ook groen in de buitenruimte implementeert. Een groene buitenruimte heeft niet alleen een goede impact op de algemene ecologie maar heeft ook andere voordelen, zoals het zorgen voor verkoeling bij hoge temperaturen en het verminderen van stress. Een groene buitenruimte verhoogt ook de sociale samenhang door een plek te bieden waar mensen samen kunnen komen in een aangename omgeving. Een andere manier om duurzame keuzes te maken is om producten te gebruiken die met het cradle to cradle principe werken, en waarbij dus dat alle gebruikte materialen later nog ingezet kunnen worden in een ander product zonder kwaliteitsverlies of restproducten.